Zelf planten vermeerderen

Een leuke en makkelijke manier om aan meer planten te komen voor je tuin is het zelf vermeerderen van planten. Dit kan o.a. door zelf te zaaien of door planten te splitsen. Het voorjaar is zo’n moment om daarmee aan de slag te gaan.

Zaaien

Groente, kruiden, eenjarige en ook veel vaste planten zijn makkelijk zelf te zaaien. Het aanbod aan zaden is werkelijk enorm. Omdat in zo’n zakje zaadjes eigenlijk altijd te veel zit is het een idee om gezamenlijk met anderen een leuk assortiment zaden in te kopen. Dit voorkomt dat je straks met te veel plantjes zit die je niet kwijt kunt.

Het zaaien kan al in maart beginnen. Eenjarige groente en bloemen mogen pas na ijsheiligen naar buiten, wanneer de kans op vorst is geweken. Het zaaien van deze planten doe je daarom binnen of in een kas of platte bak waar de plantjes beschermd zijn tegen kou.

Een eenvoudige manier is het zaaien in een kweekkasje of in allerlei plastic bakjes die je plaatst boven de verwarming. Vul de bakjes of potjes met speciale zaaigrond, verdeel het zaad gelijkmatig en zo dun mogelijk en bedek de zaadjes met een heel dun laagje zaaigrond. Plaats de potjes in het kweekkasje of dek ze af met folie of een plastic zakje en zet ze op een lichte plaats op de vensterbank boven de verwarming. Voorkom dat de potjes uitdrogen. Wanneer de zaailingen twee paar blaadjes hebben zet je de plantjes stuk voor stuk over in een groter potje, dit heet verspenen. Wanneer de plantjes groot genoeg zijn en de kans op vorst voorbij is, kunnen ze naar buiten. Zet ze niet meteen in de volle zon en wind, maar laat ze eerst wennen aan het buiten staan. 

Kiezen voor inheems

Heb je nog een stukje kale grond en wil je een mix van vrolijke wilde bloemen in je tuin, dan kun je ook kiezen voor een zaadmengsel. Er zijn echter veel zgn. ‘carnavals-mengsels’ in de handel met daarin ook zaden van uitheemse planten. Deze zien er op het oog geweldig mooi en aansprekend uit, maar zijn vaak niet aan te raden wanneer je ook wat wilt betekenen voor de biodiversiteit. Onze insecten hebben niet heel veel aan uitheemse planten. Kies daarom liever voor een zaadmengsel met inheemse en bij voorkeur gebiedseigen zaden. 

Vaste planten delen

Vaste planten komen elk voorjaar weer terug en als ze goed groeien kunnen ze ook te groot worden voor de tuin. Te groot geworden pollen kunnen andere planten gaan verdringen, maar ook de bloei kan teruglopen. In dit geval is het aan te raden de planten te gaan delen. Spit met een goede spade de planten uit de grond en deel ze in kleinere stukken. Het middelste deel van de plant is het oudst en kan beter niet herplant worden, dit doe je alleen met de jongere, buitenste delen van de plant.

Check meteen of er geen onkruiden door de plant groeien en verwijder deze. Zie hiervoor de tuintip over onkruid.

Heb je planten over? Daar kun je vast weer iemand anders blij mee maken. Of neem ze mee naar bijvoorbeeld een plantenruilbeurs.

Tip: vaste planten delen kan zowel in het voorjaar als najaar. Laatbloeiende planten zoals asters en siergrassen deel je altijd in het voorjaar. Het delen van siergrassen is soms een zware klus. Gebruik een oude takkenzaag om de pollen door midden te zagen, dat gaat een stuk makkelijker dan met een spade.