De wilg, een kanjer voor biodiversiteit!

De wilg is van grote waarde voor onze biodiversiteit, daarom zetten wij deze boom graag eens in het zonnetje!
Er zijn meer dan 300 soorten wilgen, waarvan er ca. 10 soorten inheems zijn.
Bestuivers
Inheemse bomen en planten trekken veel meer insecten dan uitheemse bomen. Dit komt omdat insecten zich al generatie op generatie hebben kunnen aanpassen aan de inheemse beplanting.
De inheemse wilg trekt enorm veel insecten is uit onderzoek gebleken. Het laatste onderzoek dateert van 2002, een Duits onderzoek door Brändle en Brandle naar de hoeveelheid insecten die verbonden zijn aan welke boom. Hier scoort de wilg het hoogst met een aantal van 728 !! verschillende soorten insecten, op de voet gevolgd door de eik. Helaas is er nog geen Nederlands onderzoek, voor zover bekend.
Bron: Brändle en Brandle
De bloei van de wilg begint al vroeg in het voorjaar nog voordat het blad verschijnt, met stuifmeel en nectar producerende katjes. Voor de vroeg vliegende insecten een belangrijke voedselbron, want in die tijd bloeit er nog maar weinig. Deze insecten trekken op hun beurt weer vogels aan die op zoek zijn naar voedsel.
De inheemse wilgen
- Salix alba – Schietwilg. Deze wilg wordt vaak als knotboom toegepast. Groeit zonder knotten uit tot een flinke boom.
- De Salix ‘Alba’ heeft 2 mooie cultuurvormen die geschikt zijn voor de tuin: ‘Chermesina’ en ‘Golden Ness’ en ‘Yelverton’, met respectievelijk rode, gele en oranje twijgen
- Salix aurita - Geoorde wilg. Vertakte, recht opgaande struik tot ca. 2,5 m.
- Salix caprea – Boswilg. Relatief klein blijvend, verdraagt ook iets drogere grond
- Salix cinerea – Grauwe wilg. Flinke struik tot kleine boom.
- Salix fragilis – Kraakwilg. Geschikt als knotwilg.
- Salix pentandra – Laurierwilg. Heester of boom. Krijgt pas katjes na de bladontwikkeling.
- Salix purpurea- Bittere wilg. Op natte tot droge grond. De klein blijvend cultivar ‘Nancy Saunders’ is geschikt voor drogere grond.
- Salix repens – Kruipwilg. Bodembedekkende wilg voor natte tot droge grond.
- Salix triandra – Amandelwilg. De cultivar ‘Semperflorens’ blijft de hele zomer katjes maken.
- Salix viminalis – Katwilg. Grote struik tot kleine boom.
De karakteristieke knotwilg kom je veel tegen langs de slootkanten in ons puur Hollandse landschap. De knotwilg is geen aparte soort, maar de geknotte vorm van de inheemse Salix alba. De boom wordt door snoeien en zagen compact gehouden. Juist de oude knotwilgen met een opengebarsten stam zijn een walhalla voor het insectenleven en dierenleven in het algemeen. Deze bieden niet alleen voedsel maar ook nest- en schuilgelegenheid.
Tuintip: Kweek je eigen wilg
Knotwilgen kunnen ook goed worden toegepast in de tuin. En zelf je knotwilg kweken is echt super makkelijk! Heb je een vochtig deel in je tuin of misschien wel een wadi, dat is dat een goede plek om de wilg te planten.
Februari is een goede maand om wilgen te knotten. Kijk eens in de buurt of je ergens een knotploeg aan het werk ziet, daar ligt veel snoeihout en kan je vast vragen naar een geschikte tak voor het opkweken je eigen knotwilg.
Zoek een mooie, gezonde rechte tak uit met een lengte van 2,5 tot 3 meter. Zaag de bovenkant van de tak af op de gewenste hoogte die je toekomstige boom moet krijgen en verwijder ook alle zijtakken. De dikke onderkant wordt in een punt gekapt of gezaagd. Maak in de onderste 50 cm. wat beschadigingen in de schors, dit bevordert de wortelgroei. Met een grondboor maak je vervolgens een gat van minimaal 80 cm. diep en hierin steek je de wilgentak. Druk de aarde goed aan rondom de tak zodat deze stevig staat. In het voorjaar loopt de tak uit, laat alleen de jonge scheuten die aan de top groeien zitten (de toekomstige knot) en haal de rest van de scheuten weg. De grond mag niet uitdrogen, geef indien nodig water.
Pas de 2e winter ga je de knot uitdunnen, dit heet ‘stikken’. Hierbij laat je ca. de helft van de takken staan, de overige takken snoei je weg. Zo is er meer lucht en ruimte voor de nog aanwezige takken om goed uit te kunnen groeien. Daarna wordt de boom eens in de 3 a 4 jaar geknot. Voor behoud van biodiversiteit is het gefaseerd snoeien van knotwilgen veel beter. Hierbij worden de bomen om de beurt gesnoeid of de bomen worden ten dele gesnoeid.
De takken van de wilgen kunnen voor allerlei doeleinden worden gebruikt, zoals bijv. het maken van een takkenwal of hut. Dieren knagen graag aan de wilgenbast vanwege het geneeskrachtige salicine.
Kleine tuin en wil je toch een wilg?
Heb je niet zo'n grote tuin? Een kleinblijvende wilg zoals de Salix caprea ‘Kilmarnock’ kan prima in een pot. Dit is een op stam gekweekte treurvorm waardoor deze laag blijft. Planten in pot drogen sneller uit. Omdat een wilg veel vocht nodig heeft kan je de pot beter niet in de volle zon plaatsen. Geef regelmatig (regen)water.